Normal_ambulanceauto

Het aantal afdelingen voor spoedeisende hulp (SEH) zal vermoedelijk de komende jaren verder afnemen. Tegelijkertijd is sprake van overmatige drukte op de resterende SEH’s. Ambulancepersoneel met patiënten moeten soms op de gang wachten tot er een bed vrij komt of worden doorgestuurd naar een ander ziekenhuis. De druk op de SEH’s neemt toe.

‘De rek is er uit’, stond in mei 2016 boven een brandbrief van samenwerkende artsen uit Noord-Holland en Flevoland. Zij zien in hun regio steeds vaker dat ziekenhuizen de poort voor spoedzorg moeten sluiten. In de regio Amsterdam gebeurde dit in het laatste kwartaal van 2015 al meer dan zeshonderd keer. Zo’n patiëntenstop kan een paar minuten duren, maar ook enkele uren. “Als er niets verandert, gaat het een keer mis”, waarschuwden de artsen.

Op de gang wachten
Menno Gaakeer is SEH-arts in het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis in Zeeland. Hij ziet in zijn ziekenhuis dezelfde problemen als de artsen in Noord-Holland en Flevoland. “De noodkreet die zij doen, herken ik wel”, zegt hij tegen de Nationale Zorggids. “In Zeeland hebben we hetzelfde probleem, alleen kiezen wij voor een andere oplossing. In Noord-Holland kunnen ze de ambulance bij een patiëntenstop naar een andere ziekenhuis sturen. In Zeeland accepteren we iedere ambulance, omdat een patiëntenstop zou betekenen dat patiënten de provincie uit moeten op zoek naar een ander ziekenhuis. Het gevolg is dat patiënten bij overmatige drukte op de gang moeten wachten.”

Gaakeer doet samen met zes collega’s onderzoek naar landelijke ontwikkelingen in de Nederlandse SEH’s, met als doel het verkrijgen van inzicht in kerncijfers. Bijna alle ziekenhuizen verlenen hun medewerking. Een van de conclusies in het onderzoek over de periode 2012-2015 is dat het aantal SEH’s krimpt en dat de samenwerking met huisartsenposten intensiveert.

Meer afdelingen verdwijnen
Nederland telde in 1994 128 afdelingen voor spoedeisende hulp. In 2010 was dat aantal gedaald naar 105 SEH's en in de daaropvolgende zeven jaren verdwenen nog eens achttien afdelingen. Steeds meer afdelingen voor spoedeisende hulp gingen de samenwerking aan met huisartsenposten, waarbij beide diensten op één locatie werden samengevoegd. De verwachting is dat de komende jaren nog meer afdelingen gaan verdwijnen.

Tegelijkertijd is het aantal patiënten op de spoedeisende hulp van 2012 tot 2015 slechts beperkt gedaald, ondanks alle inspanningen die hiervoor zijn gedaan. “De reductie van het aantal SEH-patiënten in de laatste jaren is niet zo groot als je zou verwachten bij de sterk toegenomen en geïntensiveerde samenwerking tussen SEH’s en huisartsenposten”, schrijven onderzoekers onder leiding van Gaakeer. 

In 2012 werden op de 93 SEH’s in Nederland naar schatting 2.079.000 patiënten gezien, in 2015 was dit gedaald naar 1.951.000 patiënten. Per 1000 inwoners is dat een daling van 124 patiënten in 2012 naar 115 in 2015. Het gemiddelde aantal patiënten per locatie bleef alle jaren constant, ongeveer 22.500.

Verlies van kwaliteit en veiligheid van zorg
Ondanks de daling van het aantal patiënten is sprake van overmatige drukte op de SEH’s. “Het huidige beleid is onder andere gebaseerd op de veronderstelling dat Nederland toe zou kunnen met krap 50 SEH’s”, schrijven Gaakeer en zijn collega’s. In 2012 had 68 procent van de SEH’s te maken met overmatige drukte. “Dat gaat gepaard met verlies van kwaliteit en veiligheid van zorg, verminderde patiënttevredenheid en verlies van arbeidsvreugde van de SEH-medewerkers. Eventuele verdere reductie van het aantal SEH’s vraagt daarom om aandacht voor de SEH- en opnamecapaciteit van de resterende ziekenhuislocaties.”

Gaakeer zegt tegen de Nationale Zorggids dat goed nagedacht moet worden over vermindering van het aantal SEH’s. “De vraag is of je minder SEH’s wil in verband met de bereikbaarheid en toegankelijkheid. Als je een SEH sluit, moet je andere SEH’s faciliteren om de acute stroom aan patiënten goed te laten verlopen. Of ik me zorgen maak om de toekomst? Nee, maar we moeten denk ik wel meer recht doen aan de centrale cruciale rol en functionaliteit van de SEH’s en het bijbehorend specialisme Spoedeisende Geneeskunde voor patiënten in ons zorglandschap.”

Kabinet is de schuldige
De artsen in Noord-Holland en Flevoland schrijven in hun brandbrief dat de zorgzwaarte van patiënten op de SEH fors is toegenomen. De klachten van de, met name oudere, patiënten die binnenkomen nemen de laatste jaren in ernst toe. De briefschrijvers geven het kabinet daarvan de schuld. In de brandbrief staat: “Als gevolg van het kabinetsbeleid sluit bijna de helft van de verzorgingshuizen de deuren. Met deze keuze gaat de regering voorbij aan het feit dat de bewoners van deze huizen daar zitten, omdat ze hulpbehoevend zijn. Daarnaast hebben de gemeenten veel te weinig thuiszorg ingekocht, zodat verpleging en verzorging aan huis voor veel ouderen ook niet goed geregeld is. Hierdoor kan niet vroegtijdig eenvoudige medische hulp of verpleging worden geboden, waardoor de hulpvraag snel escaleert in een spoedzorgvraag en onvermijdelijk ziekenhuisbezoek.”

Uit het onderzoek van Gaakeer blijkt dat van 2012 tot 2015 het aantal klinische opnames vanaf SEH toenam met 75.000, terwijl het totale aantal klinische opnames in diezelfde periode juist daalde. “Opvallend”, vindt Gaakeer. “Dit betekent dat 43 procent van het totale aantal klinische opnames in 2015 plaatsvond vanaf de SEH. We nemen dus meer op vanaf minder SEH’s en daardoor neemt de druk op deze spoedeisende hulpafdelingen toe.”

De artsen in Noord-Holland en Flevoland vragen van meerdere landelijke spelers om wat te doen aan de situatie. De overheid moet zijn beleid herzien, gemeentes hebben de taak voldoende thuiszorg in te kopen en de zorgverzekeraar moet zich niet laten lijden door efficiëntiedrang. Als dat niet gebeurt, loopt het een keer fout af, aldus de briefschrijvers.

Zorgwekkend
Ook de de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) maakt zich zorgen om de drukte op de spoedeisende hulp. “Het is een landelijke probleem, niet alleen van de regio”, zegt voorzitter Ties Eikendal. “In Nederland staan we aan het begin van het probleem, we zijn er gelukkig op tijd bij. Het onderzoek van Menno Gaakeer geeft ons een wetenschappelijke basis voor de vragen waar we mee zitten.”

Door economisch herstel verwacht Eikendal dat het aantal patiënten op de spoedeisende hulp de komende jaren weer zal toenemen. Hij constateert dat het aantal 'zelfverwijzers' afneemt, maar dat meer mensen door de huisarts worden doorgestuurd. De patiënt die op de spoedeisende hulp komt, is zieker, ziet Eikendal. “Dat is één van de oorzaken van de toenemende druk op de SEH. Het tekort aan verpleegkundigen op de spoedeisende hulp is in mijn regio eveneens een probleem. Daarnaast worden ziekenhuizen beloond als ze efficiënt werken. Dat wil zeggen dat een leeg bed geld kost. Voor acute zorg is dus geen opnamecapaciteit.”

NVSHA is van mening dat de infrastructuur voor spoedzorg niet optimaal gebruikt wordt. Om de infrastructuur te verbeteren, wil de vereniging een platform creëren waarin de artsen de spoedzorg beter kunnen indelen. “Als artsen mensen binnen de regio samen kunnen brengen en voor efficiëntie in spoedzorg kunnen zorgen, ben ik daar gelukkig mee”, aldus Eikendal.

NVSHA organiseert op 9 juni een groot symposium in Egmond aan Zee. Canadese, Britse en Zuid-Afrikaanse experts zullen op die dag hun kennis delen over de spoedeisende hulp.

© Nationale Zorggids / Frank Molema