Deze zorgverleners werden zzp’er: ‘Je moet er wel het type voor zijn’

Vrijheid, autonomie en meer waardering: voor steeds meer zorgverleners zijn het redenen hun vaste baan in te ruilen voor een freelancebestaan. Het aantal zzp’ers in de zorg steeg in 2022 met ongeveer een kwart ten opzichte van 2021. Dat baart het ministerie van Volksgezondheid en de sector zorgen. Wie zijn die zzp’ers in de zorg? En voldoet het freelanceleven aan hun verwachtingen?

Ze heeft het meerdere keren meegemaakt, zegt Sabine Seijen-ten Hoorn (45) licht gefrustreerd. Dat ze haar vakantie had aangevraagd en dat een voormalige werkgever zei: dat gaat niet lukken, we krijgen het rooster niet rond.

Ieder jaar weer strijd voeren om haar vakantie, altijd en overal beschikbaar moeten zijn en al die extra taken naast de zorg – in 2016 was Sabine er klaar mee. “Ik wilde zelf weer iets te zeggen hebben over mijn vrije tijd.”

Bovendien had ze al jaren knieklachten, die er met haar fysieke werk in de ouderenzorg niet minder op werden. Meerdere keren vroeg ze haar werkgever of ze het rustiger aan kon doen, en minder nachtdiensten kon draaien, maar daar werd niet naar geluisterd. “Ik ben echt niet te beroerd af en toe extra te werken, als de nood hoog is, maar ik had het idee dat mijn werkgever 24/7 beschikking had over mijn tijd.”

Veel geregel

Dus besloot Sabine haar baan in loondienst op te zeggen en te switchen naar het zzp-schap, als pgb-zorgverlener. Nu volgt ze een opleiding tot ehbo-instructeur, is ze coach voor andere ondernemers in de zorg en geeft ze cursussen over alles wat komt kijken bij het opzetten van je eigen zorgorganisatie.

Dat is namelijk best wel wat, merkte ze toen ze zich er zelf in verdiepte. Zo moet je voldoen aan privacywetgeving, de Wtza en de Wkkgz. Een heleboel medeklinkers achter elkaar, inderdaad. Het staat voor de Wet toetreding zorgaanbieders en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. Als zzp’er moet je daarnaast voldoen aan de eisen van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. En daar komen de normale zaken rondom het zzp’en nog bij, zoals je omzet- en inkomstenbelasting regelen, voor je eigen pensioen zorgen en verzekeringen afsluiten.

“Het duizelde me in het begin”, zegt Sabine. “Dan google je wat en vind je tien sites die allemaal wat anders zeggen. Hopeloos. En dan heb ik nog een tijdje gewerkt als pensioenadviseur en officemanager.”

Vrees voor verkapte dienstverbanden

Dankzij grondig uitzoekwerk weet de zorgcoach inmiddels waar ze aan moet voldoen om als ‘zelfstandige’ gezien te worden door de Belastingdienst. Zo is er geen gezagsverhouding tussen haar en haar opdrachtgever(s), kan ze het werk ook door iemand anders laten doen en krijgt ze geen loon (maar wordt ze uiteraard wel betaald).

Niet alle zzp’ers in de zorg voldoen aan deze voorwaarden. Het ministerie van Volksgezondheid maakt zich zorgen om de toename van schijnzelfstandigheid in de zorg. Van schijnzelfstandigheid is bijvoorbeeld sprake als een verpleegkundige in (vaste) dienst ontslag neemt, om vervolgens hetzelfde werk te blijven doen voor dezelfde instelling, maar dan als zzp’er. Een verkapt dienstverband, eigenlijk.

Het probleem hiervan? Zorginstellingen zijn meer geld kwijt aan zzp’ers, die vanwege het personeelstekort meer kunnen vragen. Ook wordt het nog moeilijker de roosters te vullen rondom bijvoorbeeld feestdagen en krijgt de overheid minder belastinginkomsten binnen. Het ministerie kondigde onlangs aan in 2024 met duidelijke afspraken te komen over wie als schijnzelfstandige geldt, en wat de rechten en plichten zijn voor zorginstellingen als zij freelancers willen inhuren.

Bonussen en buitenlandtrips

Veel zorgverleners zijn zich niet eens bewust van hun schijnzelfstandigheid. Belangenvereniging Stichting IZZ stelde vorige maand dat vooral jonge mensen op basis van ‘misleidende informatie’ overstappen naar een freelancebestaan. Op sociale media zien ze alleen de zonnige kanten van zelfstandigheid en worden ze gelokt door detacheerbureaus met bonussen of buitenlandtripjes. Dat je veel zelf moet regelen? Dat is hun niet duidelijk. 

Als Sabine bij cliënten thuiskomt, valt het haar ook regelmatig op dat niet alle zzp’ers weten aan welke kwaliteitseisen ze moeten voldoen. “Dan is er niet goed gerapporteerd in het zorgdossier of ontbreken er medicijnlijsten.” Dit gebrek aan kennis is een van de redenen dat ze besloot cursussen te ontwikkelen voor zzp’ers in de zorg.

Eigen regie

Gespecialiseerd neurologieverpleegkundige Claire Kuhlmann (38) volgde een soortgelijke cursus – niet die van Sabine – voordat ze haar baan in loondienst opzegde. Ze wilde zich goed voorbereiden op de overstap. “Er komt echt veel bij kijken”, vertelt ze. “Je moet voldoen aan de eisen van de inspectie, je dossier bijhouden, elke paar jaar je verpleegtechnische handelingen verversen, noem het op.”

Claire werkt nu losse diensten op neurologieafdelingen en brain care units van verschillende ziekenhuizen. Daarnaast is ze medeoprichter van Thuiszusters, een particuliere thuiszorgorganisatie in regio Amsterdam. Nu nog een ‘tweemanszaak’, maar Claire sluit niet uit dat in de toekomst meer zzp’ers zich aan kunnen sluiten.

Claire en haar compagnon Kimberley Molier gaan verder dan reguliere thuiszorg: ze vergezellen mensen ook op locatie, bijvoorbeeld tijdens trouwerijen, ziekenhuisbezoekjes of evenementen. “We vinden dat mensen meer eigen regie verdienen”, stelt Claire. “In de reguliere thuiszorg is zo weinig tijd, alles moet snel-snel. De cliënt heeft er weinig over te zeggen. Ons huur je in voor de tijd die je nodig hebt. Wil je een uur onder de douche staan? Geen probleem. Een hele dag op pad? Kan ook!”

Meer tijd per cliënt

Waarom ze het ondernemen verkoos boven de zekerheid van een vaste baan? “De vrijheid”, antwoordt ze direct. “Ik bepaal zelf wanneer en hoeveel ik wil werken. Dat geeft veel rust. Als je in loondienst in de zorg werkt, moet je zoveel weekenden, vakantiedagen en feestdagen werken. Als zzp’er komt dat ook weleens voor, maar dan beslis je dat zelf.”

Voor de overstap werkte Claire dertien jaar met veel plezier op het VUmc. Aanvankelijk vond ze de switch best spannend. Zou ze wel genoeg opdrachten krijgen? Dat pakte gelukkig positief uit. “Vooral de afwisseling vind ik fijn. En ik leer veel van het werken op verschillende locaties. Ik zie meer ziektebeelden, moet andere handelingen verrichten en word breder inzetbaar.”

Ook belangrijk: dat ze bij Thuiszusters meer tijd per cliënt heeft. Dat is een veelgehoorde klacht van zorgverleners – door de hoge werkdruk wordt het werk onpersoonlijker. Tijd voor een kopje koffie met de cliënt is er bijna niet meer. “Bij ons kan dat wel. De cliënten zelf vinden dat ook geweldig. Dankzij ons kunnen ze bijvoorbeeld toch mee naar de trouwerij van hun kleinkind. Dat vermindert ook de druk op eventuele mantelzorgers.”

Extra kosten

Nadelen zitten er ook aan het zzp’en. Claire: “Als ziek bent, krijg je geen centjes. En tijdens je vakantie ook niet. Je moet dus gedisciplineerd zijn: veel extra sparen, zelf pensioen regelen en je boekhouding op orde hebben.” 

Voor Sabine is het ook weleens eenzaam geweest, zegt ze, vooral in coronatijd. “Toen deed ik veel coachingsgesprekken online, dat vond ik wel pittig.” Ook de extra kosten van het ondernemen vallen haar tegen. Zo betaalde ze aanvankelijk 600 euro per maand voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering. “Toen ben ik maar overgestapt naar een broodfonds.”

Zzp’ers te duur?

Met de kritiek dat zzp’ers de sector ‘kapotmaken’ door de hoge tarieven die ze vragen, kunnen de twee niet zoveel. “Ik kan daar echt boos om worden”, zegt Sabine. “Als je kijkt wat ik overhoud van mijn uurtarief, is dat geen vetpot. Er gaat geld naar belasting, pensioen, verzekeringen. Bovendien zitten we vast aan tarieven van de Nederlandse zorgautoriteit.”

“Aan de ene kant zijn we misschien wat duurder”, denkt Claire, “maar daar staat tegenover dat instellingen ons niet hoeven doorbetalen bij ziekte of vakantie. En ze betalen de Zorgverzekeringswet niet voor ons. Daarbij leveren we ook veel op. Als twee academische bedden niet open kunnen vanwege personeelstekort, kost dat meer dan wat ik op een dag kost.”

Tips voor andere zorgverleners

Claire en Sabine hebben geen moment spijt gehad van hun overstap. “Ik geniet elke dag van de vrijheid”, zegt Sabine. “Als ik weer in loondienst zou werken, stomp ik af. Nu sta ik juist allesbehalve stil.” Ze had niet verwacht dat ze ook op persoonlijk vlak zoveel zou leren. “Je bént je bedrijf, dus dat moet je naar buiten toe ook presenteren. Daarvoor moet ik telkens blokkades over. Mijn eerste cursus gaf ik hakkelend en zwetend aan drie klanten. Nu neem ik videopodcasts op en geef ik lezingen.”

Zorgverleners die ook overwegen zzp’er te worden, adviseert ze om je goed in te lezen voordat je start. “Realiseer je dat je door de Belastingdienst als zorginstelling gezien wordt, ook al werk je in je eentje.”

Claire voegt daaraan toe: “Een goede boekhouder is goud waard. En vraag je goed af of je bestand bent tegen de onzekerheid. Het kan zomaar zijn dat je een dag van tevoren toch afgebeld wordt. Je werkt op veel plekken, telkens in een ander team. Flexibiliteit klinkt mooi, maar je moet er wel het type voor zijn.”

Door: Nationale Zorggids / Bente Schreurs
Afbeelding: Claire Kuhlmann